Krachtige Beaujolais met tonen van zwarte kersen, rood fruit, peper en een hintje aarde. De smaak is rijk met een stevige structuur, goede zuurgraad en rijpe tannines. Deze wijn kan onder goede omstandigheden minimaal nog 10 jaar ouderen. Lees meer.
De druiven voor deze wijn zijn afkomstig van een klein perceel van van 1,5hc met stokken van gemiddeld 50 jaar oud en een bodem van blauwe graniet. Deze bodem is kenmerkend voor de Côtes du Py en levert karakteristieke wijnen met veel structuur. Na de handmatige oogst wordt de een derde van de druiven ontsteelt, het andere deel gaat met gehele trossen in een afgesloten tank met koolzuurgas. Maceratie onder koolzuur, ook wel bekend als ‘carbonische maceratie’, is een moderne wijntechniek waarbij de druiven volledig intact blijven en in een afgesloten vat worden geplaatst met extra toegevoegd koolzuurgas, waardoor ze onder zuurstofarme omstandigheden kunnen rijpen voordat de alcoholische gisting begint. Deze techniek zorgt onder andere voor een zachtere taninne-structuur en meer fruitaroma’s in het sap. Twee derde van de wijn rijpt na fermentatie nog 11 maanden op grote houten vaten van Frans eiken, het overige sap rijpt diezelfde tijd in Frans eiken barrique.
Het gebied van de Beaujolais, vernoemd naar de stad Beaujeu, ligt ten zuiden van de Bourgogne, tussen de steden Mâcon en Lyon. Het gebied wordt gedomineerd door de druif Gamay Noir en er bevinden zich hier dan ook tien cru’s waarin deze druif centraal staat. Morgon is met zo’n 1100 hc de op een na grootste cru in het gebied. Grange Cohard bezit in totaal 9,5ha wijngaarden in de appelatie waarvan een deel in de bekende Côtes de Py.
In de wijnmakerij wordt alles gedaan om de druiven secuur mogelijk te behandelen. Bij aankomst worden de kleine dozen met druiven op een vibrerende triagetabel gegoten, die vocht afschudt en eventuele gedroogde bessen verwijdert.
Met de automatische temperatuurregeling die bij aankomst is geïnstalleerd, wordt er bij lage temperaturen gevinifieerd om een zacht en langzaam proces te verzekeren, waarbij de natuurlijke fermentatie zijn beloop kan hebben zonder gebruik te maken van warmte om het te versnellen. Als gevolg hiervan zijn er lange fermentatieperioden, meestal rond de 15 tot 20 dagen en soms langer.
Na de fermentatie worden de tanks geleegd en worden opnieuw transportbanden gebruikt om de gefermenteerde pitten en schillen naar de pers te verplaatsen, waarbij het gebruik van agressieve pompen wordt vermeden. Het persen gebeurt zacht en langzaam om te voorkomen dat er harde tannines in de wijn komen. Bijna alle wijn wordt gerijpt in Franse eiken vaten, sommige in oude eiken foeders en sommige in klassieke Bourgondische vaten of fûts.